Boek van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum.
Ten slotte worden dan onder het hoofdje bespreking(en) reacties in een aantal periodieken genoemd en soms geciteerd; in de zeldzame gevallen dat niet alleen de boekuitgave, maar ook de Forumbijdrage zelf besproken werd, is dat apart aangegeven.
Bij de keus van de besprekingen heb ik me over het algemeen beperkt tot die uit de jaren 1932-1936 en tot besprekingen waarin aan de Forum-bijdrage bijzondere aandacht besteed werd. Ik heb daarvoor geraadpleegd: De Boekenkast, Boekenschouw, Critisch Bulletin, Dietsche Warande en Belfort, De Gemeenschap, De Gids, Den Gulden Winckel, Groot Nederland, De Nieuwe Gemeenschap, De Nieuwe Gids, Opwaartsche Wegen, Roeping en De Stem. De Nieuwe Rotterdamsche Courant, De Tijd en Het Vaderland heb ik vermeld voorzover besprekingen daarin achterhaalbaar waren uit verzameld werk van Victor E. van Vriesland, S. Vestdijk, Anton van Duinkerken en Menno ter Braak; verder heb ik alle relevante knipsels uit het Letterkundig Museum en Documentatiecentrum in Den Haag en veel knipsels uit het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven in Antwerpen vermeld, ook als de datering daarvan onvolledig was. Als de volledige naam van een recensent bekend was, heb ik die volledig vermeld, ook als de bespreking niet, alleen met initialen of met een pseudoniem ondertekend was.
De hoofdstukken Voorspel, Tussenspel en Einde geven een overzicht van belangrijke wederwaardigheden van Forum zelf. Dat ze hier en daar een doublure opleveren van de Inleiding van L. Mosheuvel leek ons geen van beiden een bezwaar, gezien de verschillen in benadering.
Achterin is een personenregister opgenomen. Bij de literatuurlijst - een bescheiden voortzetting van het begin dat P.A.M. Delen gemaakt heeft - is een verklaring opgenomen van de afkortingen.
Veel mensen, te veel om te noemen, hebben me bij dit boek geholpen. Ik hoop dat ik het hun niet te lastig gemaakt heb en dank ieder heel hartelijk. Ik dank ook het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en het ministerie van onderwijs en wetenschappen, die het schrijven en het uitgeven van dit boek mogelijk gemaakt hebben.
Ik draag dit boek op aan mijn vrouw en mijn kinderen, die er erg veel voor over gehad hebben.
Velp, oktober 1969
Willem Mooijman