Stemme des gejuygs en des heils over 't groote interest van een Christen
(1684)–David Montanus– AuteursrechtvrijVan 't eerste Deel.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van 't tweede Deel.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 118]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verschoon Zang-lievende Herten, veele Druck feylen soo de spelling, als woorden rakende, en bezondere misstellingen van onderscheydingen, of tsamenkoppelingen, alsoo ik de verbetering niet ben by geweest, en beter dese navolgende. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 't Eerste Deel.4 zijd 15. Regel voor op leest een. 11 z. 22 r. voor wantrouwen I. wanvertrouwen. 13. z. 3. r. voor nwe l. uwer 17. z. 10. r. stell op de kant verligte. 19. z. 24. r. voor gemerckt l. gemarkt 20. z. 9. r. voor gy l. hy. 22 z. 6. r. voor. doorl. voor. 18. r. voor beden l. leden 24. z. 26. r. voor. opsigt l. opset. 25. z. 2. r. voor veel l. veele 26. z. vaag verligte en ervarene tsamen uit, en stell'et voor den 2 r. geef Heer 26 z. 29. r. voor 't minste l. 'tminst. 27 z. 5 r. voor. saaden l. sonde. 29. r. voor most l. mogt. 29. z. 1. r. voor. hem l. hen 30. z. 14. r. gesterck L. gesterckt 39. z. 14. reg. vaagh uyt roem: en stell het voor de volgende regel, mijn hert. 25. reg voor uyt l. uytt' 42. z 26. r. voor all l. alle. 46. z. 9. r. voor meeft l. meest. 47. z. voor. droeve Ziel l. droeve Ziele. 49. z. 9 r. voor. voor te brengen l. voort te brengen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 't Tweede deel.55. z. 1 r. voor. geloov'. l. 't geloov'. 6. r. voor die leeft die 't. 56. z. 9. r. voor. gy l. hy. 30. r. voor hebb, t'er l hebb'ter. 57. 1. r. voor reet l. treed. 59 z.b 8. r. voor. geselt l. geset 61. z. 6 r. voor gy l. O. 11. r. voor. het eenig d'eenheyt l. het-eenigd' eenheyt. 62. z. 3. r. voor vry l. wy. 26 r. stell voor aan, dankb. 64. z. 17 r. voor maken l. naken. 21. r. voor. mijn l. my. 70. z 12. r. voor voor dat gy twijfelt l. dat gy nu niet twijfelt. 71. z. 10. r. voor gedagt geener l. tot geener. 20. r. die anvaard l. die s'aanvaard. 72. z. 2. r. voor mensch l. mensche. 73. zijd 30. r. voor palen l. falen. 74. z. 9. r. voor. overmagtig. l. overmagtigt 75. z. 1. r. voor tim l. tinn'. 77. z. 8. r. voor. hoogte l. hoogste. 15. r. voor hy l. gy. 78. z. laatste regel voor heeft l. geeft. 83. z. 10. r. voor verligt l. verrigt. 87. z. 20 r. voor is l. 'tis 89 z. 6. r. voor. Gods l. Godes. 94 z. 17 r. voor opgeheven l opgegeven 96. z. 29 r. o Soon! o Soon! l. o Soon! o Soen! 102. vaag uyt te staan op vaster voet 103 z. voeg onder aan: te staan op vaster voet 108. z. 27. r. voor Albepaalden l. Al bepaalder. 110. z. 27. r. voor. al l. als. 111 z. voor. vol op l. vol-op.
UYT. |
|