Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] Vox populi.... De mare gaat door den lande ‘De vijand vliedt! hij vliedt!’ Hoe kwam het tot dien zege? Dat weten menigen niet. * Daar zit de grijze Koning op zijnen purpren troon; de eerwaarde lokken dragen de fonkelende kroon. Zijn' linker torscht den scepter, zijn' rechter den bokaal; hij leêgt haar keer op keere, de gouden reuzenschaal. Daar stormen de rijksbaronnen, ter zonnige troonzaal in: ‘O Koning! de vijand beroept ons ten kamp, met honenden zin!’ De Koning glimlacht deemoedig en heft den reuzenbokaal: [pagina 89] [p. 89] ‘Des Hemels wille geschiede, Kom, vul me nog eens de schaal.’ Daar jammert onder de vensters een woelige menschenvloed: ‘De vijand brandt en plundert, schut, Koning, have en goed!’ Weer glimlacht hij deemoedig en heft den reuzenbokaal: ‘Des Hemels wille geschiede, Kom, vul me nog eens de schaal!’ Daar komen zijn beide zonen en knielen neêr voor den troon: ‘O Vader! de vijand nadert, red lijf en land en kroon!’ Nog glimlacht hij deemoedig, en heft den reuzenbokaal: ‘Des Hemels wille geschiede, kom, vul me steeds de schaal!’ Nu is 't des hofnars beurte, Hij kakelt: ‘zoowaar ik leef, een dag nog en de vijand verwoest onzen wijnoogst, neef; ‘en nimmermeer zullen wij drinken den gouden, peerlenden wijn, en de koninklijke drinknap zal eeuwig ledig zijn....’ Daar schrok de Koning geweldig, zijner hand ontglipt den bokaal, - [pagina 90] [p. 90] en, ijlings opgerezen, omklemmen zijn vingers het staal! ‘Te wapen! mijne getrouwen! gordt aan het heldenzwaard! het geldt het heiligste op aarde te strijden voor land en haard!’ En zij kwamen... zijne getrouwen... versloegen 't vijandlik heer, - en juichten dan: ‘Eere den Koning, des landes redder, eer!’ * Zoo drinkt steeds de oude Koning den gouden peerlenden wijn, - en zal hij in brons verrijzen, als hij zal gestorven zijn! Vorige Volgende