Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 83] [p. 83] Werken. Ja! leven om te werken: machtig woord, dat rijk aan heil en hope, voort en voort der menschheid streven moog' bewaken! Gezegend woord, dat in het verst verleên als kiem gelegd, door eeuwen, eeuwen heen, is zegenend gedijd tot kalm en mild ontwaken! Gevleugeld woord, dat aan der volkren hoofd, omzwevend in den strijd, den zegepraal belooft, des daarzijns doel: het eindelik volmaken! Maar werken om te leven! Groote God! geen bete broods veroovren op het lot, die niet met zweet geweekt zij en met tranen.... En wentlen in het stof en kruipen als het dier, tot men - zoo doodt het werk - in 't hoofd de denkkracht schier voor immermeer vergaan zou wanen, - tot in het oog de geestesglansen tanen en 't edelste uit den mensch vertwijfelend verdwijn': Dat werk 't moet als een vloek, en heil- en hooploos zijn. Vorige Volgende