Gedichten(1913)–V.A. dela Montagne– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Antwerpen. En aan de wilde Schelde, daar rijst de grijze steê, op alle watervelden draagt schip bij schip, als eertrofee, haar wapens en haar kleuren mee.... Hoezee de wilde Schelde, hoezee de grijze steê! Aan Vlaandrens stroom, den wilden, daar ligt de kunstenstad, tresoren puur en milde, der eeuwen erf, der eeuwen schat, houdt ze in haar steenen schrijn gevat.... Hoezee den stroom, den wilden, hoezee de kunstenstad! Aan wiegelende wellen daar rijst ze in 't blauw verschiet: de blanke zeilen zwellen, de beiaard zingt zijn helder lied: 't is weelde en rijkdom, waar gij ziet.... Hoezee de blauwe wellen, de stede in 't klaar verschiet! [pagina 77] [p. 77] En aan de wilde Schelde, daar rijst de grijze steê; de geest van onze helden hun moed in nood, hun vlijt in vreê, leeft voort in hare zoons.... Hoezee, Hoezee de wilde Schelde, hoezee de grijze steê! Vorige Volgende