Zomervlammen(1922)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] XXXVII Goud, in het avondgoud, waaiden de bomen, goud was het water, de velden goud... Goud, in mijn ziele, verrezen er dromen - goud als het water, de velden en 't woud! Goud was de wegel, langs waar gij zoudt keren hoog van de heuvels, die straalden in vuur- Toen gij verscheent, nu in goudene kleren, leekt gij een godheid, die daalt uit 't azuur! Vorige Volgende