Loreley(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 230] [p. 230] XXXIV. Dat is nu zoo lang geleden.... zoo lang vervlogen thans.... Toch kan ik hem nimmer vergeten, den laatsten.... den afscheidsdans! Nog ruischt mij, verlokkend, die walze, als een lied van sirenen in 't oor.... mij wordt het alsof ik de snaren, het rhythmisch trippelen hoor.... Wat klinkt gij, mijn walze, zoo wonder.... hoe treurig en teeder te gaar... Wat heimlike weeën besluit gij en luid toch zoo zilverklaar.... De liefde was verraden! verbroken de dierbre band!.... Wat had zij mij nagelaten? - Een roos - tot eenig pand! [pagina 231] [p. 231] Ik droeg die op mijn boezem, stom trad ik ter weidsche zaal.... Wat blonken en vonkten van blijheid de blikken altemaal! Als vogelenliederen rezen uit weem'lende schaar bij schaar, hel spranklende vrouwenstemmen.... - Ik zweeg, en dacht aan haar.... Hoe ik tot haar dorst naadren, hoe 'k haar aanzoeken dorst? - Zij stak de hand mij tegen! wild woelde, zwaar zwoegde mijn borst! Een lange treurige wijle smolten onze oogen in een! Dan een zucht. - De walze tjankte.... Hoe treurig wiegde ik daar heen! In een stroom van licht en stralen krioelde paar bij paar.... - Ik voelde haar borsten golven, mijn adem raakte haar.... Ik preste haar altijd sterker. - Ik trok haar steeds nader op mij.... Nu klonk mij 't muziek als een doodsklok! Doodsbleek ook staarde zij. [pagina 232] [p. 232] Niets zag ik, niets hoorde ik nog! - Zwijgend wiegden wij voort, in het rond.... Mij scheen het, daar groeiden ons vleuglen.... wij zweefden omhoog van den grond.... Toen viel van mijn boezem de roze.... Ik trapte de bloem met den voet! Wat geeft een verslensend bladje, waar het hert in het binnenst bloedt? - Daar raakte mijn lip hare lokken.... Heet gloeide mijn kus in haar hals! Geen had het gezien.... Wij beefden! Plots zweeg de verleidlike wals! Ik bracht haar terug, naar heur rustbank, en murmelde nauweliks dank. - Twee zilte tranen rolden over haar bleeke wang!.... Vorige Volgende