Loreley
(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij
[pagina 185]
| |
XII.
Een bloemeken bist du zeker,
'k Heb reeds het meermaals gedacht;
Een bloemken met bals'mende geuren,
Met kleuren zoo mild en zoo zacht!’Ga naar voetnoot1)
Een bloemeken zijt gij zeker....
Doch, ik zweer het, bij helle en bij goôn!
mij hebben uw geuren vergiftigd!
Uw naam is - anemoon!
Gij lonkte' uit het loof zoo aanminnig....
Ik voelde zoo zoet mij verkwikt....
Doch, toen ik u preste op mijn lippen:
toen hebt gij bijna mij verstikt.
Gij fluisterdet stil: ‘Ik ben roosje!’
Ik heb u geloofd - u geplukt!
In 't ontgoocheld, bedrogene herte,
hebt gij niets - dan een doren gedrukt!
|
|