Loreley(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] V. Een Sphinx zijt gij! - Geboren werd nog nooit wie, door uw daden, in uw hert zal lezen, den blos verklaart, die soms, als rozen, bloeit, vol eedle schaamte, op uw wellustig wezen. Een Sphinx zijt gij! - Geboren werd nog niet die schranderste Oidipous, die uwer oogen aenigmen rade, - en, man en knaap bedied’ of uwe kussen waarheid zijn of logen! - Eens kwam ik zelf, en in mijn euvlen moed, heb ik uws herten afgrond willen peilen.... - Toen sneed me uw blik zoo ijskoud in het bloed... Veroverd was ik, toen ik heen wilde ijlen! Toen spon me uw hand een felpen rozenstrik - Ik liet u, weerloos, bei mijn handen binden. - Rampspellend lokt mij sinds uw vuur'ge blik.... 'k wacht iedren dag, dat gij mij gaat verslinden! Vorige Volgende