Loreley(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] XI. Hou op, hou op met slapen en schei met droomen uit - Thans wordt onze echt bezegeld - gij, bleeke, zoete bruid. De linden zullen ruischen vol wonderen vogelenzang, de sterren zullen beschijnen den zwijgenden bruiloftgang. O kom! De feeststoet nadert, de klokken luiden alreê; ver, in de nevelen, dagen de priesters, wit als snee. De maan, - reusachtige hostie, bekroont den heuvelkling - Daar schenk ik u te pande den gouden vingerring.... Hou op, hou op met slapen en schei met droomen uit. Ik prang u in mijne armen, gij, bleeke, doode bruid! Vorige Volgende