Loreley(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 137] [p. 137] VIII. Het graf waarin gij sluimert, daar is mijn Golgotha - Daar hang ik aan het bloedig kruis en tuur de wolken na. Zwart is de nacht. De wolken jagen immer, en immer voorbij; en 't aaklig spook van mijn eigen smert doorsteekt het herte mij. O! Langzaam, langzaam druppelt het stollende bloed uit de wond, en verwt de schrale bloemen rood en drenkt den klammen grond. En krimpend onder het lijden bezweer ik den storm en den nacht! - Steeds druipt uit de wonden 't roode bloed! - ‘God! Ware 't àl volbracht!’ Vorige Volgende