Loreley
(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij
[pagina 67]
| |
XXXVIII.Aan Béatrix. ‘Spilleken, spilleken, stalen spilleken,
loop flus uit!
Maagdenhert heeft graag zijn willeken!
Voer den bruidegom bij de bruid!"
En als gij - stil - aan het spinnen zijt,
'k weet niet waaraan het ligt,
ik dwale u na, of zwerve u wijd,
toch hoor ik 't brommend-rommend wiel altijd....
toch zie 'k uw blank gezicht! -
Rom! rom!... spin voort, kind!
Ik zie twee witte voetjes drukken
op 't rad, dat zwenkt met schok op schok...
Twee sneeuwen vingerkens zie ik plukken
vol vluggen lust, den vlassen rok!
Twee lippen zie ik blozen,
één kuiltje in elke wang,
| |
[pagina 68]
| |
en och! of ik een kus verlang? -
Op beide wangen blozen
rozen,
en uit dat mondeken bloeit.... gezang!
En is dat wellicht een too verspil
waarop gij uw gareken windt,
ik keer mij en wend mij, waarheen ik wil!
geen macht die mijn gloeiend verlangen still’:
ik zal en moet tot u, mijn kind....
te traag zijn mij lucht en wind!
‘Spilleken, spilleken, stalen spilleken,
loop flus uit!
Maagdenhert heeft graag zijn willeken!
Voer den bruidegom bij de bruid!’
En als gij - stil - aan het naaien zijt,
'k weet niet waaraan het ligt,
ik dwale u na, of zwerve u wijd,
toch hoor ik - pik-pik! - steek bij steek altijd,
toch zie 'k uw zoet gezicht.... -
Pik! Pik! naai voort - kind!
Dan schijnt het me soms, of daar zweven
naald, spilleken, gareken, - drij
gezanten der liefde! en die weven
duizend verleidende draden rond mij!
| |
[pagina 69]
| |
Ik zie uwe lipkens blozen,
zie 't kuiltjen op kin en op wang....
en och! of ik een kus verlang? -
Op lip en wangen blozen
rozen,
en uit het mondeken bloeit.... gezang!
Hier baat geen willen! 't Is moeten!
Het trekt mij al te saam....
Ik gil en krijt, aanroep uw naam! -
'k Lig reeds gebonden voor uw voeten!
En is dat wellicht een toovernaald,
vast ook wel toovergaren?
zoo wou ik wel dat, waar gij gaat of dwaalt,
elk gerzeken, waar de zon op straalt,
elk webje der spinnen tusschen de blaren -
spilleken, naaldeken, gareken waren!
‘Naaldeken, gareken, stalen spilleken,
loopt, loopt immer vlijtig uit!
Maagdenhert heeft graag zijn willeken!
Voer den bruidegom bij de bruid!’Ga naar voetnoot1)
|
|