Loreley(1882)–Pol de Mont– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] XX. Ter eere van twee groenblauwe oogen, heb ik gerookt den ganschen dag; ter eere van een zoeten lach, twee lippen speelsgewijze ontvlogen! Ter eere van twee groenblauwe oogen heb ik gerookt, den ganschen dag! Met onuitspreeklik welgevallen zoo blies ik wolkje op wolkje omhoog. Spiralen zag ik, duizendtallen blauw-roode ringen, rijzen, vallen - Met onuitspreeklik welgevallen zoo blies ik wolkje op wolkje omhoog! - Doch, wat ik toen in al die kringen, ringen en kronkels, heb aanschouwd, dat heb ik aan geen mensch vertrouwd; poëten kunnen 't niet bezingen! - Al wat ik toen in al die kringen, ringen en kronkels heb aanschouwd. [pagina 32] [p. 32] Ik zag er wondere vogelnesten, en - trekkebekkend, menig paar; 'k zag monden die elkander presten, Amourtjes, die de herten kwetsten. - Ik zag er wondere vogelnesten, en - trekkebekkend, paar bij paar! Ik zag er hemel, zee, en aerde: al wat mij toeblonk uit uw blik, waneer ik soms, vol lust en schrik, tot in uw diepste binnenst staarde! - Ik zag er hemel, zee, en aerde, al wat mij toelacht uit uw blik! Vorige Volgende