Iris
(1894)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend
[pagina 347]
| |
V.
| |
[pagina 348]
| |
Ik dien den Dood met trotschen zin,
ik ken geen andren dienst of min.
De roode mutse staat mij goed, -
die heeft de mooie kleur van 't bloed.
Bloed is mijn leus en kleur,
bloedgeur mijn lievlingsgeur. -
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole,
Vive le son
Du canon!’
De naald in hand, de saai op d'arm,
breien wij onze vingers warm.
‘Ohé!’ Daar bindt m' éen op de plank:
hij knielt en bidt! Wat laf gejank!
Meent gij dat God u hoort?
Hij slaapt of is verstoord! -
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole
Vive le son
Du canon!’
Daar wipt de plank - het mes valt neer..
De bloedstraal spuit wel vijf voet veer!
De bloedstraal spat ons in 't gelaat,
Wij lachen: ‘Leef de Aristokraat!’
Sanson! Toon ons zijn kop,
maar met uw muts er op!
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole,
Vive le son
Du canon!’
| |
[pagina 349]
| |
Ook de ‘Autrichienne’ moest er aan...
Bleek stond zij daar, maar liet geen traan!
En was zij ook al ‘Majesteit’,
zij stierf met moed - dat dient gezeid!
‘La pauv' madame Capet!
Elle a le nez cassé!’Ga naar eind(28)
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole,
Vive le son
Du canon!’
Sanscullotin, ik ben het, ja!
Ik geef noch ik aanvaard genâ...
Krijgt eens mij de Reactie beet,
welaan! 'k hou zelf den nek gereed.
Fier sta ik op 't schavot,
zingend uit vollen strot:
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole,
Vive le son
Du canon!’
Aristokraten, klein en groot,
en ci-devants, aan u den dood!
Ik brei en weef, gedenk het wel,
het doodskleed voor uw edel vel.
‘Coupez, coupez, Sanson!
Hé! qu'attendez-vous donc!’
‘Dansons la Carmagnole,
Vive le son,
Vive le son,
Dansons la Carmagnole
Vive le son
Du canon!’
|
|