Iris(1894)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 167] [p. 167] ‘Memories’ I Een Hoezee voor ‘onze Beersmans’ Zijt gij in Antwerp's vest gewonnen noch geboren, toch heeft onz' Stedemaagd u lief als 't eigen kind. Hier klopt elk hart u toe als 't hart van maag of vrind, hier prijkt uw naam met al den glans der meteoren. Hoe needrig was de taak, bij d'aanvang u beschoren! Doch in uw binnenst huisde een kracht, die 't al verwint, en thans - waar 't Neerlandsch) klinkt in Neerlandsch-minnende ooren, treedt gij, als koningin, bewonderd en bemind. Op de eerste schilderschool der aard mocht Neerland roemen, naast Hooft en Vondel kon het honderd dichters noemen, op d'akker onzer kunst lag slechts éen plek nog braak. Wat teerheid, kracht en zwier in de oude landstaal wonen, geen Hagar, geen Rachel verwierf hier lauwerkronen, - ons beiden schenken in u zelf - was uwe taak. Vorige Volgende