Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] IX Klokkenkerstlied Aan Moeder Klank bij klank en vlok bij vlokken, over dorpen, over steden, plaant het feestgelui der klokken, spreidt de sneeuw zijn' blanke kleeden. Over dorpen, over steden, bergen, wouden door en dalen, spreidt de vorst, als blanke kleeden, saamgeweven sneeuwkristalen. Bergen, wouden door en dalen, gonst en zwelt de bronzen ode: ‘Saamgeweven sneeuwkristalen, tooit den weg van 's Heeren Bode.’ Gonst en zwelt, gij, bronzen ode: ‘Aerde, tril! Hij is geboren! Tooit den weg van 's Heeren Bode, mensch! U is weer heil beschoren. [pagina 66] [p. 66] Aerde, tril! Hij is geboren! Reiner waaien wind en luchten! Mensch, u is weer heil beschoren: Juich in liefde en staak uw zuchten. Reiner waaien wind en luchten: 't licht en glanst uit al de spheren. Juich in liefde en staak uw zuchten: Dàt is 't hoog gebod des Heeren!’ 't Licht en glanst uit al de spheren... Lager zweeft het lied der klokken, dichter zwermen blanke veeren, klank bij klank en vlok bij vlokken. Vorige Volgende