Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] XVII Italiaansche volksliedekens L'amanto mio è lontano cento miglia! Mij scheiden van mijn' minnaar duizend mijlen! - o Sterren, gaat hem zeggen waar ik wijle... Verbaast u, dat zij vliegen, snel als pijlen? Se il papa mi donasse tutto Roma... Zoo mij de Paus gansch Rome wilde schenken om u te laten, 'k zou hem fraai bedanken... Wat sjert mij Rome? Aan u slechts kan ik denken! Jo gli direi di no sacra corona! En zoo hij sprak: ‘Aanvaerd den goudkazuivel’... Nog riep ik luid: ‘Al heeft zij land nog stuiver, ik houd mijn lief... En gij - loop naar den duivel!’ Serenade. De mane hoorde ik heden droevig stenen: ‘Ik wil niet langer aan den hemel stralen! Ik tel de sterren vrucht'loos, één' voor ééne: de beide schoonste zie ik nergens pralen...’ - Die beide schoonste! Ei God! Dat's niet gelogen! Die stralen al zoo lang in liefjes oogen! Vorige Volgende