Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] XVI Slechts eene Ik kan en zal haar nooit vergeten! Al rust zij maanden reeds daarbuiten, óns bindt nog steeds dezelfde keten. Vrij melde een kruis haar vluchtig leven! Ach! al haar rein- en schoonheidsgaven staan eeuwig in mijn hert geschreven. Vaak zei mij, weenend, de oude moeder: ‘Eens mocht ik op drie rozen roemen: de schoonste roofde de Albehoeder!’ Ja, bloemen zijn uw' dochters, vrouwe! Doch, of ze ook eng'len wezen zouden, slechts der verloor'ne blijf ik trouwe! Bekorend moge de oudste wenken, de jongste lodd'rig pinken, lonken - ik kan slechts aan mijn' doode denken. Vorige Volgende