Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] XII Pikdonker nacht Pikdonker nacht. Den hemel dekken wolken... Hoe vind ik nu den weg naar liefjes deurken? Zoo eng is 't pad, omzoomd van diepe kolken. Dat sterre en maan mij vrij hun licht onttrekken! Niet vrucht'loos zal het liefje naar mij haken: mij zal de liefde tot geleidster strekken. Een enk'le vogel kweelt, in 't loof verborgen! Zij wacht en roept - o zanger, leen me uw' vlerken -: ‘Waar toeft gij? Kom... 'k Ben de uwe tot den morgen!’ Vorige Volgende