Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 31] [p. 31] V Ecce nova omnia Stoeiende kind'ren! Hupt, en vermeit u gerust om ons henen! Ik merk u nauw! Hoe zou 'k uw spelen hind'ren? Brommende vliegen! IJlings ontvlucht gij de bloem, die ik raakte. Ik pluk haar niet. Komt vrij om 't kelkje wiegen. Gouden kapellen! Rust op mijn' lokken vrij uit van uw zwerven. Zie, 'k blijf gansch stil! Wat hoeft gij weg te snellen? Doe ik u schrikken? - Ach, zoo 'k maar éen van u alle kon krenken, ik dorst in 't schuld'loos oog der liefste nooit meer blikken. Vorige Volgende