Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] XVI De boomen klagen Avond valt. De boomen klagen, 't Verre West is rood als bloed. - Wien zal ik vertroosting vragen? 't Veld is naakt, ontblaard de hagen, leêg en duister mijn gemoed. - De avond valt... De boomen klagen. 'k Zie in 't Oost het maantje dagen: zacht en lief'lik is zijn gloed. - Wien zal ik vertroosting vragen? Ach, zoo zij mijn weenen zagen, die mij vloeken in hunn' woed'! - De avond valt... De boomen klagen! 'k Hoor de kwartel droevig slagen. Roofde een sperwer 't pluimloos broed? - Wien zal ik vertroosting vragen? [pagina 19] [p. 19] 'k Heb mijn heil naar 't graf gedragen... Zij was me alles, eer en goed.. - De avond valt... De boomen klagen! Wien zal ik vertroosting vragen? [pagina 20] [p. 20] Vorige Volgende