Fladderende vlinders(1885)–Pol de Mont– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] X Zomeravond Van West tot Oost, den ganschen horizont dekte, als een floers van rouw, éene enk'le wolk. Heen was de zon. Het noeste arbeidersvolk verliet, in 't eerzaam zweet, den akkergrond. De boerenmeid, die in de meerschen molk, keek, naast heur koeiken, angstig bevend rond. - Van West tot Oost, den ganschen horizont dekte als een floers van rouw, éene enk'le wolk. Daar flikkert plots, als 't glimmen van een' dolk, een rosse schicht, - en ziet! op d'eigen stond rolt vloek op vloek uit 's Donders hollen mond. De Stormgod naakt... Rood vlamt, éen vuur'ge kolk, van West tot Oost, de gansche horizont. Vorige Volgende