meegebracht uit het ouderlik huis. Toen deze, een geborene van Rythove, na anderhalf jaar op een morgen werd dood gevonden, had de Amman zelf haar gebeden, in haar betrekking te blijven.
En ook bij de tweede, derde, vierde, vijfde en zesde vrouw was zij, half als linnenmeid, half als kamenier, haar dienst blijven waarnemen...
En alle had zij ze het huis zien uitdragen, al die jonge, heerlike vrouwebloemen, één vóór één, in de gladde zwarte kist van ebbenhout onder het baarkleed van zwart fluweel!
Bescheiden en zwijgend van aard, had Brechte daarenboven van het leven geleerd, dat het niet goed of geraadzaam is al zijn gedachten uit te spreken, alles te zeggen zo maar, aan al wie 't horen wil, wat men weet....
Hoe vaak ook ondervraagd over al die doden, die zij nochtans beter en intiemer gekend had dan één van de overige dienstboden,