Pierre Kemp. Man in het zwart, heer van het groen

[p. 187]

Medewerkers

Fred van Leeuwen (1925) is stafmedewerker van de NOS te Hilversum. Hij maakte voor NOS en BRT reportages in de Derde Wereldlanden en een programma over cultuurperioden. Over de schilderkunst van Pierre Kemp schreef hij eerder in Roeping (‘Peinture concertante’). In 1961 verzorgde hij een uitgave met 26 vertaalde gedichten van Kemp: An English Alphabet. Verder publiceerde hij diverse essays over Kemp in o.a. Vrij Nederland en Kroniek van Kunst en Kultuur.

Jef Leunissen (1900) vervulde evenals Pierre Kemp een groot deel van zijn leven een leidinggevende administratieve functie. Hobby's: literatuur, geschiedenis en vooral muziek. Speelde onder Henri Hermans enige jaren als violist in het Stedelijk Orkest van Maastricht. Verzorgt als geschiedkundig medewerker van het dagblad De Limburger o.a. de wekelijkse rubriek ‘Maastricht van toen’. Publiceerde Van Wilre tot Wolder. Uit het verleden van het hoofddorp van de voormalige Vroenhof (Maastricht 1978) en bij Uitgeverij Corrie Zelen Minnery, Misdaad en Magie, merkwaardige zaken uit Maastrichts onbekend verleden (1978) en De Kus van de IJzeren maagd, en andere merkwaardige, historische en scandaleuse geschiedenissen uit vroeger eeuwen (1980). In voorbereiding: De merkwaardige levensgeschiedenis van de 18de eeuwse Dominicanesse Josephine de Berghe.

Fernand Lodewick (1909) was docent Nederlandse letterkunde aan de Katholieke Leergangen. Voor het middelbaar onderwijs schreef hij o.a. Literatuur. Geschiedenis en bloemlezing (2 dln.) en Literaire Kunst. Van de in 1979 verschenen Atlas van de Nederlandse letterkunde Ik probeer mijn pen nam hij het gedeelte vóór 1940 voor zijn rekening. Met Pierre Kemp onderhield hij een vriendschap op literair en discofiel terrein. Naast artikelen over Kemp in tijdschriften publiceerde hij in boekvorm over hem: Pierre Kemp en zijn kleurrijke kamermuziek (tekst van zijn afscheidscollege aan de Katholieke Leergangen) en een monografie (Grote Ontmoetingen 37).

M.M. Lommen (1958) studeert Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam.

[p. 188]

Mya Maas is als journaliste werkzaam, o.a. voor het Limburgs Dagblad. Ze publiceerde een aantal dichtbundels.

Rob Molin (1947) is leraar Nederlands aan het Stedelijk Lyceum te Maastricht. Hij verzorgde een uitgave van drie verhalen van Slauerhoff in de reeks Cahiers voor letterkunde en een bloemlezing uit de gedichten van Pierre Kemp: De verfdoos aarde en zon (Heideland, Hasselt). In Bzzlletin 74 (maart 1980) publiceerde hij een essay over de handel en wandel van Pierre Kemp in Maastricht.

Peter Morel (1928) was tot 1961 werkzaam in het antiquariaat en publiceerde Bibliographia Neerlandica: Translations of Dutch literature 1900-1957. Vanaf 1961 is hij als vakreferent voor de Neerlandistiek verbonden aan de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Van 1971-1977 was hij tevens medewerker aan de Opleiding tot Wetenschappelijk Bibliothecaris te Amsterdam. Onder het pseudoniem M.L. Nijdam schreef hij literaire kritieken voor het weekblad De Nieuwe Linie en het dagblad De Tijd.

Harry Prick (1925). Sinds 1969 conservator van het Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum te 's-Gravenhage. Hij promoveerde in 1977 te Nijmegen cum laude op het proefschrift De Adriaantjes. Een onderzoek naar wording en achtergronden van Lodewijk van Deyssels Kind-leven. In datzelfde jaar bezorgde hij, samen met Pim de Vroomen, de bij G.A. van Oorschot verschenen uitgave van het Verzameld Werk. De door hem verzorgde biografie van Kemp in dit nummer verscheen eerder in Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse letterkunde te Leiden 1971-1972.

Pim de Vroomen (1941) bereidt een dissertatie voor over het werk van Pierre Kemp. Hij inventariseerde de in druk verschenen gedichten van Kemp (Leiden 1973), was redactiesecretaris van het Verzameld Werk en publiceerde over enige deelonderwerpen Kemp betreffende. Behalve de dissertatie zijn momenteel in voorbereiding een kleine bloemlezing van ongepubliceerde gedichten uit de periode van vlak voor Kemps tweede debuut, en een ‘reader’ van de zwaardere studies die de afgelopen dertig jaar over Kemp zijn verschenen.