[Zweerts, Cornelis Isaac]
ZWEERTS (Cornelis Isaac), geb. te Amsterdam 30 Jan. 1783, ongehuwd overl. aldaar 3 Jan. 1852, zoon van Kornelis Isaac Zweerts (geb. te Amsterdam 11 Juli 1752, overl. ald. 15 Aug. 1820, als gelegenheidsdichter bij P.G. Witsen Geysbeek, Biogr. anthol. en crit. woordenboek der Nederd. dichters VI, 597, 598 vermeld), een jongeren broeder van den voorgaande.
Hij vertaalde uit het Engelsch W.H. Bartlett, Gezigten in Amerika, naar afbeeldingen op de plaats zelve geteekend (Amsterdam 1841); J.P. Davis, China en de Chinezen (ald. 1841), Gezigten in Amerika (ald. 1841-43); G.G. Addison, Geschiedenis der Tempelridders, 2 dln. (ald. 1842, 43); J.J. Gurney, Een winter in de West-Indiën (ald. 1843); M. Mouldy, Stonehenge, of de Romeinen in Brittanje, 3 dln. (ald. 1843); T. Hood, Tylney Hall, of misdaad en vergelding (Deventer 1845); Emilia Flygare Carlèn, De overburen (Amsterdam 1846); Leich Hunt, De zoogbroeder. Een historisch verhaal uit de geschiedenis van Venetië, 2 dln. (Deventer 1847); Eothen, Schetsen van eene reis door Turkeye, Syrie en Egypte. Naar de 5e dr. vert.(Amsterdam 1847); C.W. Manby, Tom Racquet, zijne drie ongehuwde tantes en de familie Whittlebury, 2 dln. (Deventer 1849).
Zie: Brinkman 's Alph. lijst van boeken i.v.; Genealogie-Zweerts in Ned. Patriciaat XIV (1924), 398.
Wijnman