den twist gemengd. Henricus van Zomeren werd door Rome in het gelijk gesteld, en de universiteit moest hem in zijn rechten herstellen. Zijn tegenstander, Petrus de Rivo, naar Rome gedaagd, herriep zijn dwalingen na eenig talmen, 1476. Henricus de Z. zag het einde van den strijd niet; hij was te voren overleden, terugkomende van de reis. De documenten over dezen strijd vindt men in hun geheel in Val. Andreas, Fasti academici (Lov., 2 ed. 1650), 339-357. Uitvoeriger wordt deze nog beschreven met bijvoeging van documenten door: P. Fredericq, L'hérésie à l'université de Louvain vers 1470 in Ac. royale de Belg. Bulletins de la classe des lettres (Brux. 1905), 11-77 en eveneens aldaar (1906), 377-438, door Jacques Laminne, La controverse sur les futurs contingents à l'université de Louvain au XVe siècle.
Onder de vele vrienden en begunstigers van H. de Zomeren was de kardinaal Bessarion, die pauselijk legaat was geweest in Duitschland en de Nederlanden. Op zijn verzoek schreef van Zomeren een werk, dat na zijn dood gedrukt werd: Epithoma prime partis dyalogi G. Ockam que intitulatur de hereticis que et continet septem libros. Recollectum per magistrum Henricum de Zoemeren in Wienna Austriae ad instantiam reverendissimi in Christo patris domini Bissarionis Episcopi Tusculani sancte Romane ecclesiae Cardinalis Niceni vulgariter nuncupati (Impr. Lovanii per me Joh. de Westfalia sub anno 1481). Deze wiegedruk is beschreven in Campbell, Annales de la typographie néerlandaise (la Haye 1874) no. 914; Hain, Repertorium bibliographicum II, no. 8435; Copinger, Supplement (1895) I, 8435. In een der boeken in handschrift van hem afkomstig, thans in British Museum no. 17285, schreef hij zijn naam met den titel van licentiaat in de theologie en kapelaan van den kardinaal Niceni. Waarschijnlijk vergezelde hij dezen kardinaal-legaat op zijn reis in de duitsche landen. Behalve deze kardinalen had H. de Z. nog een grooten steun te Rome in den aldaar invloedrijken norbertijnerabt van Park, Th. van Tulden. H.v.Z. was in deze abdij leeraar der theologie geweest. Hij benoemde den abt tot zijn algemeenen erfgenaam en schonk een kelk en verschillende boekdeelen over de godgeleerdheid, om zijn jaargetij te houden, dat op 14 Aug. vermeld wordt in het necroloog dezer abdij. Van zijn boeken aan deze abdij geschonken bevinden zich nog no.1032 (21188), Opera S. Hieronymi, en no. 1724 (21191) in de Koninklijke bibliotheek te Brussel, 16632 en 17285 in het British Museum. In dit laatste vindt men van H. de Z. Multiplices questiones super quartum sententiarum ex diversis doctoribus scilicet
Scoto et aliis doctoribus subtilibus per manus magistri Henrici de Zomeren. No. 16632 en 17285 in het British Museum zijn afkomstig van hem uit de abdij Park. No. 1382 (2004-10) der Kon. bibl. Brussel, Opera S. Anselmi, een boek, dat H. de Z. kocht te Parijs Nov. 1455, had hij ten geschenke gegeven aan het St. Martensklooster te Leuven. No. 1391 (Cat. II, 320) der Koninklijke bibliotheek bevat bl. 186v-190: Questio solempniter disputata anno Domini 1462 in universitate Parisiensi per doctissimum et celeberrimum sacre theologie professorem magistrum Henricum de Zoemeren Brabantinum. Verder bl. 190: Disputatio Henrici de Zoemeren cum Petro de Rivo et epitaphium ejusdem ab Aleriensi episcopo (Joh. Andr. de Bossi) compositum.
Volgens Coppens I, 467 en Schutjes IV, 244 was hij 17 Dec. 1467 kanunnik geworden van het kapitteI van Sint Jan te 's Hertogenbosch en ligt hij aldaar begraven bij het voormalig altaar van Sint Laurentius.