[Zomeren, Martinus van]
ZOMEREN (Martinus van), v. Someren, Zoemeren, geb. te Zomeren, overleed te Leuven 17 Dec. 1468 (onzekere datum). Hij wordt ook van Erckenbroek genaamd. Hij was secretaris der stad 's Hertogenbosch, priester, magister artium en sedert 1428 kanunnik van de St. Janskerk te 's Hertogenbosch (volgens Taxandria III, 155 reeds in 1424).
Bij testament van 30 Aug. 1467 stichtte hij twee beurzen voor de studie der philosophie en theologie voor studenten, die in het college van den H. Geest moesten wonen. De stichting had plaats door de erfgenamen 17 Jan. 1478, na den dood van den bloedverwant des stichters, professor Henricus v.Z., die voorgaat. De begevers waren eertijds de deken van de Sinte Catharina kerk te Eindhoven en de prior van Mariënhage te Woensel, thans de bisschop van den Bosch. De voorkeur hebben inwoners van den Bosch, Eindhoven, Helmond, Zomeren en Mierlo. De beurs bracht 1876-77 slechts 16 frs. op. Martinus van Z. was de weldoener van vele kloosters. Zijn jaargetij als weldoener werd gehouden tweemaal in Dec. in het Windesheimerklooster St. Mertensdal en Mariatroon te Leuven (Analectes XIII, 105, 107). 17 Dec. wordt hij vermeld in het Obituarium van Corsendonk met ouders en vrienden. Ook dat van het Bernardijnerklooster Mariëndonk bij Heusden vermeldt zijn dood op 17 Dec. Dan werd zijn jaargetij en nog een in Juli gehouden voor den grooten aalmoes van hem door zijn executoren 1474 ontvangen (Obituarium Mariendonk (h.s.) 20 Juli en 17 Dec.). Hij werd als bijzondere weldoener in het klooster Mariënhage te Woensel begraven. Hij was lid der Illustre-Lieve-Vrouwebroederschap te 's Hertogenbosch (Taxandria XVI, 54 met overlijdensdatum 7 Sept. 1468, welke ook Analectes XVII, 175 opgeeft).
Door verwisseling van prebende werd een eeuw vroeger een Martinus de Zomeren deken van het kapittel der Sint Adrianuskerk te Naaldwijk, Nov. 1320. Hij behield deze waardigheid tot zijn dood 9 April 1365 (Bijdragen bisdom Haarlem II, 150).
Zie: Annales acad. royale d'archéol. Belg. (Anv. 1901), 3 serie, III, 320, 340; Analectes hist. eccl. Belg., XVII, 175, 205; Coppens, N. Beschr. bisdom den Bosch I, 362; Wichmans, Brab. Mariana, 827; Handboekje zaken R.-K. eeredienst XXVI, 1872, 357; Schutjes, Gesch. bisdom den Bosch II, 218; IV, 237
Fruytier