[Vroom, Hendrik Cornelisz.]
VROOM (Hendrik Cornelisz.), schilder, geb. 1566 te Haarlem, volgens de opgave bij van Mander, en daar begraven op 4 Febr. 1640. Hij heeft een avontuurlijk leven geleid en zeer veel gereisd. Zijn vader Cornelis Hendriksz. heeft beelden gesneden en porcelein beschilderd. Zijn oom Frederik Hendriksz. was in Danzig werkzaam als architect en beeldhouwer (zie dit deel, kol. 358). Na den dood van zijn vader, toen zijn moeder hertrouwde, is hij gaan reizen. Hij voorzag in zijn onderhoud door porceleinen kachels te beschilderen. Hij gaat naar Enkhuizen, naar Brugge en Rotterdam om vervolgens over zee naar Spanje te reizen, waar hij bij een schilder Pintemorsy werkte. Van hier trekt hij naar Rome, waar Paulus Bril hem aanraadde zich op de werkelijke schilderkunst toe te leggen. Hij trekt heel Italië door, verblijft in Venetië, Milaan en Genua om ten slotte in Turijn bij den schilder Jan Carraca te werken. Vervolgens gaat hij over Lyon naar Parijs, waar hij waarschijnlijk bij Jan de Hoey uit Leiden verblijf hield. Over Rouaan, waar hij ernstig ziek werd, keert hij naar Holland terug. Te Haarlem is hij gehuwd met Josina Cornelissen. Een jaar na zijn huwelijk heeft hij een reis door Duitschland gemaakt en bezoekt hij Danzig en Hamburg. Zijn daarop volgende reis naar Spanje werd door schipbreuk afgebroken; hij komt in Lissabon terecht, om van daar naar Haarlem terug te keeren. Zijn vele reizen hebben ongetwijfeld de liefde voor de zee en de schepen zoozeer aangewakkerd dat hij, wanneer hij zich omstr. 1596 op het schilderen gaat toeleggen, zich nagenoeg uitsluitend bezig houdt met zeestukken en schepen. Vooral de technische kant interesseert