siones in Narrationem de controversiis nuperius in academia Ultrajectina motis (Ultraj. 1679). Van Daniël Voetius gaf hij uit: D. Voetii Physiologica, sive de rerum natura libri sex cum notis, tegelijk met zijn werk: Dissertatio gemina, altera de lumine, altera de lunicolis (Traj. 1688).
Zijn door een onbekend kunstenaar geschilderd portret is in de universiteit te Utrecht; gegraveerde portretten door M. Gillig naar eigen ontwerp en door P. van Gunst naar G. Hoet.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 566 v.; Kobus en de Rivecourt,. Biogr. handwoordenboek III (Zutph. 1870), 298 v.; A.C. Duker, Gisbertus Voetius II (Leid. 1910), 200, aant. 3; III (Leid. 1914), 81, aant. 3, 86, aant. 3, 307 v., Bijl., 15, registers, 120, 174; M.J.A. de Vrijer, Henricus Regius.... ('s Gravenh. 1917), 80 v., 83 v., 198; Jac. Koelman, Het vergift van de cartesiaansche philosophie grondig ontdekt (Amst. 1692), 567 v.
Knipscheer