[Voorst, Jan Jacob van]
VOORST (Jan Jacob van), geb. te Doodewaard 20 Dec. 1791, overl. te Amsterdam 11 April 1869. Hij was een zoon van Dirk Cornelis van Voorst (zie vorig art.), en predikant te Doorn van 7 April 1815 tot 19, daarna te Goes, in 1821 te Zutfen en sedert 27 April 1828 te Amsterdam; emeritus 1 Juli 1858. Zijn vrouw was Sophia Hoeufft. Hij schreef naamloos: Het concordaat. Een woord van opwekking aan de protestanten in Nederland (Amst. 1841) en samen met Jb. J. Spijker (zie dl. III, kol. 1195 v.) Tweetal memorien van toelichting behoorende bij de Fantasie en Werkelijkheid van dr. Nicolaas Beets (Amst. 1852). Een dochter van hem is gehuwd met Jan Pieter Heije (zie dl. I, kol. 1105-07) en een met Pieter Nicolaas Muller (zie dl. II, kol. 961). Zijn zeer uitgebreide en beroemde bibliotheek heeft hij in 1859 en 60 verkocht.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 550; J.I. van Doorninck, Bibliotheek v. Ned. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh.-Utr. [1870]), 112 en 705 (no. 1083); dez., Vermomde en naamlooze schrijvers II (Leid. 1885), 143 (no. 895); Is. Prins in Levensberichten van de Maatsch. der Ned. Letterkunde (1869); dez. in Kerkelijk register der predikanten.... te Amsterdam 1818-60 (Amst. 1861), 28 v.; L.D. Petit, Repertorium van.... tijdschriftartikelen I (Leid. 1907), kol. 1575 v.
Knipscheer