[Voorst, Dirk Cornelis van]
VOORST (Dirk Cornelis van), geb. te Delft 15 Dec. 1752, overl. te Amsterdam 6 Sept. 1833. Johannes van Voorst (zie dl. IX, kol. 1231) was zijn broeder; Jan Jacob van Voorst (zie het volgend art.) was zijn zoon. Hij werd predikant te Sint-Anna ter Muiden in 1779, te Cadzand in 1781, te Hien en Doodewaard in 1785, te Leiderdorp in 1793, te Amsterdam in 1796. Hij verwierf van het ‘Haagsch genootschap’ in 1797 de zilveren medaille voor zijn Verhandeling over de echtheid van het boek Job, verdedigd tegen Hufnagel en Döderlein (Verhandelingen van dit genootschap 1797, 2de stuk). Behalve eenige werken van stichtelijken aard schreef hij onder den schuilnaam Alethophilus Brieven aan Philadelphus (d.i. Paulus Bosveld, zie dl. IV, kol. 260 v.) (Amst. 1789); Dupliek of afscheid van Al. aan Phil. bevattende 23 brieven tegen de veranwoording van wegens zijne leere aangaande de godlijke verbonden (Amst. 1791); Brief van Al. aan den schrijver van: De nieuwe hervorming onder de doopsgezinden volgends het uitlegkundig woordenboek van den heer Hesselink (In Holland 28 Dec. 1793); Vertoog over de waare lezing van 1 Joh. 5:7 (z. pl. en j. [1801]); Vrije gedachten over den kinderdoop (z. pl. en j. [1801]). Hij redigeerde: De Bijbelminnaar (Utr. 1791-94), vier deelen. Anonym wordt van hem afkomstig genoemd: Aristus, twee deelen (Amst. 1789-90). Eindelijk schreef hij: Vier brieven aan een vriend over den Brief der remonstrantsche broederschap aan de leeraren en opzieneren der protestantsche gemeenten in Nederland (Amst. 1797). Zijn vrouw was Catharina Bouvin.
Zijn portret is gegraveerd door A. v.d. Beek naar H.W. Caspari.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 549 v.; Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek III (Zutph. 1870), 265 v.; Bibliotheca theologica et. philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 802 (no. 961 v.); J.I. van Doorninck, Bibliotheek v. Ned. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh.-Utr. [1870]), 25 (no. 222), 86 (no. 830), 99 en 703 (no. 957), 140 (no. 1354), 159 (no. 1559), 431 (no. 4152), 528 (no. 4976), 668 (no. 6376); dez., Vernomde en naamlooze schrijvers I (Leid. 1883), 17, 477; II (Leid. 1885), 128 (no. 794); Alphabetische naamlijst van boeken enz. (1790-1831), 629; Kerkelijk Handboek (1903), Bijl., 136; (1907), Bijl., 132; (1908), Bijl., 103; (1909), Bijl., 122, 126; Is. Prins, Kerkelijk register der predikanten.... te Amsterdam (Amst. 1861), 4, 28 v.; Catalogus v.d. bibliotheek der Ver. dpsg.