[Voget, Carel Octavius]
VOGET (Carel Octavius), geb. te Lünen in Westphalen 5 Dec. 1808, overl. te Stapelmoor (Oost-Friesland) 6 Febr. 1885. Hij had een broeder, Hermannus Ruleman Voget, bekend veldprediker in Nederlandsch Oost-Indië. Zijn vader was Albert Heinrich Voget, die van 1790 tot 1810 predikant was op verschillende plaatsen in Duitschland, van 1810 tot 26 predikant was te Urmond (Limburg) en zijn dagen 8 Oct. 1852 te Sittard eindigde; deze was gehuwd met Johanna Göpel en is later hertrouwd C.A. Voget werd candidaat in Noord-Holland 1832 en tot predikant bevestigd te Peins en Zweins 6 Oct. 1833, te Oostwold (cl. Groningen) 8 April 1838, te Hinta (Oost-Friesland) 15 Maart 1846 en werd aldaar in October 1878 emeritus. Hij gaf in het licht: Waarheid tot godzaligheid. Bloemen op onderscheiden bodems geplukt (Gron. 1844); Vreemdelingschap en Vaderland (Leiden 1874). Voorts hoogduitsche gedichten, als: Ermunterungstöne auf dem Wege zur Heimath (1844); Kampf und Siegeslieder (Emden 1855); Ermunternde Walfartsklänge (Emden 1873).
Voget is tweemaal gehuwd geweest: te Beetsterzwaag 23 Oct. 1833 met Sophia Elisabeth Dorothea Suringar (1807-37)