uit: Institutiones theologiae christianae (Gron. 1736). Voor de kerkgeschiedenis volgde hij Johan Alphons Turretin i(zie Herzog's Real-encyklopädie, XX, 166-171). Van zijn werken worden genoemd: Intre-Reden in de Academie-Kerk van Stad en Lande over 2 Tim. 1:1, 2 gevoert van A. Voget (Gron. 1728); zijn intreepreek te Utrecht: Rede over Christus' priesterschap en koninkrijken met een kerkreden over Hand. 26: 22 v. (Utr. 1735); Redevoering over de Godgeleerdheit (Midd. 1729); Kerklijke redevoering over den evangelist Markus (Gron. 1734); Van de luijster der Kerk des Nieuwen Testaments.... over Jes. 58 tot 60 (Utr. 1751); Kerkelijke redevoering bij het droevige overlijden van.... Willem Karel Hendrik Friso.... over Jer. 34:4, 5 (Utr. 1752); Wekkend voorstel en trekkend voorbeeld aangaande de hoogste christenplicht (Gron. 1731); Oratio de visione Nebuchodonosoris regna orbis terrarum amplissima et imperium Christi exsuperantissimum deformante (Utr. 1738); Bijbelstoffen des O. en N. Testaments, twee deelen (Utr. 1761), Over den zestienden psalm; Verklaring over den eersten brief van Johannes, twee deelen (Utr. 1774) (1772?). Eindelijk noemen wij zijn Lijkpredikaatsie op H.S. van Alphen (overl. 1742) (zie dl. I, kol. 87).
Zijn portret is geschilderd door J.M. Quinkhard, en daarnaar in prent gebracht door P. Tanjé.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 541 v.; Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek III (Zutph. 1870), 247; W.J.A. Jonckbloet, Gedenkboek der hoogeschool te Groningen (Gron. 1864), Bijl., 66 v.; Ypey en Dermout, Gesch. der Ned. Herv. Kerk III (Breda 1824), 360, aant. achterin, blz. 185, aant. 532; R. Arrenberg, Naamregister van nederduitsche boeken tot 1787, 550 v.; J.A. Cramer, De theologische faculteit te Utrecht ten tijde van Voetius (Utr. 1932), 8; Bibliotheca theologica et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 802 (no. 957); Noordbeek en Mourik, Naamrol der godgel. schrijvers, vierde druk (Amst. 1752), 144, 230, 241, 397, 474 en register; Veeris en de Paauw, Vernieuwt kerkelijk Alphabeth (Enkh. 1750), 217 v.; Kerkelijk Handboek (1908), Bijl., 118; (1909), Bijl., 139; (1910), Bijl., 166; (1914), Bijl., 151.
Knipscheer