vliegend blaadje. No. 1-4 (Leiden 1853); Handboek van praktische staathuishoudkunde, 3 stn. (Amst. 1860-65; 2e dr. 2 dln. ald. 1867; 3e dr. ald. 1872; 4e dr. ald. 1878); Een woord ter toelichting van het vraagstuk betreffende de onteigening voor de spoorweg van Leiden naar Woerden (Leyden 1861); Nog een woord over het vraagstuk betreffende de onteigening van de spoorweg van Leiden naar Woerden (Leyden 1862); De grondtrekken van het Ned. staatsbestuur (Haarlem 1863, overdr. Prakt. volksalmanak); De hand des menschen. Feestrede (Leiden 1867); Onze Grondwet. Feestrede (Amst. 1873); Handleiding tot het statistisch onderzoek (Utrecht 1875, dl. 10 van de Handleiding tot wetenschappelijke waarnemingen, uitg. door het Aardr. Gen.); Onpersoonlijke amendementen op het ont- werp van wet tot regeling van het hooger onderwijs (Leiden 1876, anoniem).
Tegen Vissering was nog gericht de brochure Over de landverhuizing in het algemeen en die naar Ned. Indië in het bijzonder: een woord tot den heer S.V. door den schrijver van: Wat moet het zwaarste wegen? (Deventer 1847).
Uit zijn huwelijk met Grietje Corver werden een twaalftal kinderen geboren, waarvan er zeven volwassen werden, nl. Alexandrina, in 1872 gehuwd met den bankier Mr. Joh. de Rouville; Mr. Willem, geb. 18 Jan. 1851, de schrijver van On chinese currency (1877), later secretaris van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, overl. te 's Gravenhage 20 Jan. 1931; Johanna, in 1880 gehuwd met Mr. C.J.A. Spiering; Jacobus David, later post-directeur te Elst; Cornelia Margaretha en Laura Adriana, beiden ongehuwd; ten slotte Mr. Gerard, geb. 1 Mrt. 1865, de latere president van de Ned. Bank.
Zijn portret is in prent gebracht o.a. door W. Steelink, J. Braakensiek, D.J. Sluyter.
Zie: Eigen Haard (1879),414; J.I. van Doorninck, Vermomde en naamlooze schrijvers (1883), 169, 491, 579; Buys, Mr. Simon Vissering, in memoriam in De Gids (1888), III, 466; dez., Levensbericht van Mr. S. Vissering in het Jaarboek der Kon. Academie van Wetenschappen (1890) en in de Levensberichten Mij. der Ned. Letterkunde (1891), 116; Ned. Spectator (1888), 285; H.B. Greven, Simon Vissering in Almanak van het Leidsch studentencorps (1889) 160; J.G. Frederiks en F.J. van den Branden, Biographisch woordenboek der noord- en zuidnederlandsche letterkunde, 2e dr. (1892), 834; (G. ten Cate), Geslachtslijst der familie Vissering (1903), 42; Buys in Karakterschetsen van vermaarde Nederlanders, verz. onder toezicht van S.A. Naber (1906), 148; W.J. van Welderen Rengers, Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland, 3e dr. (1918), 541 e.v.; P.J. Blok, Geschiedenis van het Ned. volk, 3e dr. IV (1926), 374, 471, 487 e.v.; J.A.A.H. de Beaufort, Vijftig jaren uit onze geschiedenis 1868-1918 (1928), 91; J.A. de Bruyne en N. Japikse, Staatkundige geschiedenis van Nederland in onzen tijd IV (1917), 372 e.v., 406-433; Brinkman's, Alph. naamlijst van boeken, s.v.
Wijnman