(zie dl. IX, kol. 637-639) gaf na zijn dood uit: Oratio funebris in obitum Nic. Vedelii (Fran. 1643).
Zijn portret door een onbekenden schilder is in het stadhuis te Franeker.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 477-479; Kobus en de Rivecourt, Biogr. handwoordenboek III (Zutph. 1870), 133; W.B.S. Boeles, Frieslands hoogeschool en het Rijksathenaeum te Franeker II (Leeuw. 1879), 165-167, 841 v.; J.C. van Slee, De illustre school te Deventer (1630-1878) ('s Gravenh. 1916), 17, 21, 33, 40, 64, 73 v., 91, 141; J.W. Posthumus Meyes, Jacobus Revius (Amst. 1895), 48, 63, 74, 77-83, 95, 151-166, Bijl., blz. 7, 31, 44; A.C. Duker, Gisbertus Voetius I (Leid. 1897), 376; II (Leid. 1910), 54, 60, aant. 5, Bijl., blz. 17; III (Leid. 1914), 94, Bijl., blz. 109, registers, 108, 173; H.C. Rogge, Bibliotheek der Contrarem. geschriften (Amst. 1866), 59 v.; A. Eekhof, De theologische faculteit te Leiden in de 17de eeuw (Utr. 1921), 87, Bijl., blz. 107-111, 155; J. Th. de Visser, Kerk en Staat II (Leid. [1926]), 339 v., 374-384, 388, 391, 403, 409; R. Arrenberg, Naamregister van nederduitsche boeken tot 1787, 521; Archief voor kerkgeschiedenis (1834), 139, 183; (1893), 290-293; Johannes Maccovius, Opuscula philosophica omnia, bezorgd door Nicolaus Arnoldus (zie dl. IV, kol. 62 v., dl. IX, kol. 638) (Amst. 1660); A. Kuyper Jr., Johannes Maccovius (Leid. 1899), 206, Bijl., blz. 3; vergelijk: G.A. van den Bergh van Eysinga, De apostolische vaders II (Brieven van Ignatius....) in Oud-Christelijke geschriften in Nederl. vert. onder redactie van H.U.
Meyboom (Leid. 1916), inleiding; W.P.C. Knuttel, Acta der particuliere synoden van Zuid-Holland (1621-1700) I ('s Gravenh. 1908), 508; II ('s Gravenh. 1909), 379 v., 423.
Knipscheer