(1797-99) en Eenrum (1799-1815). Hij zette daar zijn onderzoek op physisch gebied voort, wat bekroond werd met zijn benoeming tot hoogleeraar in de landhuishoudkunde aan de groninger hoogeschool, waaraan hij zich 29 Nov. 1815 verbond met een rede Over den invloed der landhuishoudkunde op het bestaan en de welvaart der maatschappij (Gron. 1815). Van hem verscheen o.a. Korte op ondervinding berustende thermometerbeschrijving (Gron. 1796); Natuurkundig schoolboek (in 1798 bekroond en uitgeg. door de Maatsch. t.N.v. 't N.); Korte schets der natuurkennis (1799); Redevoeringen over de volmaaktheden van den Schepper in zijne schepselen beschouwd (Gron. 1801-22, 4 dln.); Kort natuurk. schoolboek (1804); Beschrijving van de merkwaardigste voortbrengselen der natuur (een bekroond volksleesboek); Schoolboek over de nat. historie (1807); Over de vooroordeelen omtrent het onweder (Gron. 1808); Technologisch handboek (1808-19); Eerste beginselen der natuurkunde (Amst. 1810); Schoolboekje over de technologie (1810); De catechismus der natuur van J.F. Martinet verkort en verbeterd (Amst. 1812); Techn. handboek (Amst. 1813); Een gekleurde afbeelding van de voorn. hoogten des aardbols (Gron. 1814); Merkwaardige natuurverschijnselen (Gron. 1814); Het nut en voordeel der insecten (Amst. 1815); Een 3 tal voorlezingen over natuur- en zedekundige onderwerpen (Gron. 1818); Handboek van vaderl. landhuishoudkunde (Gron. 1819); De kennis van den Schepper, of korte schets der natuurkennis (Gron. 1819). Bovendien plaatste hij in tijdschriften meerdere opstellen, ook sedert 1801 een
Almanak tot nut en vergenoegen uitgevende. Uilkens was schoolopziener en lid van vele geleerde genootschappen o.a. van het Kon. ned. instituut. Hij begaf zich 3-maal in het huwelijk, eerst met Gezina Havinga (overl. 1812), in 1813 met Barbara Marta Teenstra (overl. 1817), ten laatste in 1818 met Hilligje Marten Teenstra (overl. 1823). Hij ligt in de Akerk begraven. Zijn zoon Theod. Fred. volgt.
Zijn portret is in prent gebracht door L. Portman.
Zie: het Progr. inaug. en het Progr. funebre; Redevoering ter plegtige nagedachtenis van den hoogl. J.A. Uilkens (Gron. 1825); J.J. Cohen, Hulde aan de nagedachtenis van J.A.U.; W.B.S. Boeles, Levensschetsen der Gron. hoogleeraren, 127-138.
Wumkes