[Swinderen, Abraham Quevellerius van]
SWINDEREN (Abraham Quevellerius van), jur. utr. doctor, geb. te Groningen 24 Dec. 1736, overl. op huize ‘Zorgwijk’ onder Noorddijk 18 Juni 1808, zoon van Wicher (dl. IX, kol. 1092) en van Anna Maria Trip. Hij studeerde te Groningen en promoveerde aldaar tot doctor in de beide rechten 13 Juni 1759, op dissertatie: De ignorantia juris et facti; 23 Febr. 1780 raad en hoofdman van de hooge justitiekamer van Groningen, later president van het departementaal gerechtshof aldaar. Zijn levensschets komt voor in Gratama's Regtsgeleerd Magazijn I, st. 2, 94 (Gron. 1809).
Hij huwde te Groningen 1 Mei 1763 met Gezina barones van Rehden, geb. te Emden 3 April 1742, overl. te Groningen 6 Dec. 1815, dochter van baron Oncko v. R. heer van Böllinghausen en Eysvelde, en van Gerhardina Christina Wilhelmina Wiarda. Uit dit huwelijk sproten drie zoons, die met hun afstammelingen den niet-geadelden tak v. Swinderen vormen.
Regt