Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Sweelinck, Dirck Janszoon]

SWEELINCK (Dirck Janszoon), geb. in Mei 1591 te Amsterdam (ged. 26 Mei), overl. 16 Sept. 1652 aldaar (begr. in de O. Kerk). Zoon van Jan Pz. S. en diens opvolger in 1621 als organist van de Oude Kerk te Amsterdam. Wel zonder twijfel leerling van zijn vader. Hij moet een uitmuntend organist geweest zijn en volgens Vondel kon men ‘Den Vader in den Zone hooren’. Dirck S. behoorde tot den Muiderkring en was naar Hooft's zeggen een ‘fraei sieraedt’ van Amsterdam. Hooft spreekt meermalen over hem, o.a. in zijn brieven bij de komst van Frederik Hendrik te Muiden (1630) en bij het bezoek van Maria de Medicis aan Amsterdam (1638), maar men kan niet zeggen, dat hij Dirck bepaald aardig behandelt. Van Dirck S.'s leven is, evenmin als van dat van zijn vader, iets naders bekend.

Behoudens een enkele stem (bassus) van een tweetal zangstukken (chansons) op nederlandsche woorden: ‘Soo droegh Kleopatra in schoonheid’

[p. 1001]

en ‘Maek vreught nu overal’ is er geen enkele compositie van Dirck S. bekend.

Portret: Jan Lievensz. moet volgens Vondel in 1650 een portret van Dirck S. gemaakt hebben. Het is tot nog toe niet teruggevonden.

Zie: B. v.d. Sigtenhorst Meyer, Jan P. Sweelinck en zijn instrumentale muziek ('s Gravenh. 1934).

van den Sigtenhorst Meyer