[Swaving, Cornelius]
SWAVING (Cornelius), geb. te Amsterdam 27 Mei 1738, overl. te Naarden 20 Oct. 1808. Hij studeerde te Utrecht, en verdedigde onder Sebald Rau (zie dl. IX, kol. 841 v.) zijn Disquisitiones philologicae potissimum in loca aliquot Veteris Testamenti (Traj. ad Rhen. 1758). Hij werd predikant te Westbroek in 1762, te Hien en Doodewaard in 1778, te Naarden in 1780. C.G. van Achter schreef na zijn dood een Levensbericht in Bibliotheek van theologische letterkunde (1809), 117 enz., waarvan hij ook medewerker was geweest. Zelf schreef hij een Lijkrede op J.H. Bruins, die te Naarden overleed in 1789. Het Haagsche genootschap bekroonde in 1793 zijn Verhandeling over de voortreffelijkheid der Evangeliebediening, in 1798 die Over den allegorischen en zinnebeeldigen stijl en een Over het eerste hoofdstuk der Spreuken van Salomo. Voorts heeft hij uitgegeven: Proeve van aanmerkingen over het recht en onrecht gebruik der Heilige Schrift, voornamelijk in het behandelen van de praktijk der godzaligheid, twee deelen (Utr. 1777-78); Vaticinia Bileami Num. 23 en 24 notis perpetuis illustrata in Symbolae litterariae.
Zijn vrouw, Bartha Kist, was een zuster van Ewaldus Kist (zie dl. IX, kol. 518 v.).
Zie: B. Glasius. Godgeleerd Nederland III ('s Hert. 1856), 407; Kerkelijk Handboek (1903), Bijl., 136; (1907), Bijl., 132; (1910), Bijl., 170; Kobus en de Rivecourt, Biographisch handwoordenboek II (Zutph. 1870), 1004; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht II (Utr. 1845), 629, aant. 1, 631; Catalogus v.d. bibliotheek der Ver. dpsgz. gem. te Amsterdam I (Amst. 1885), 73; J.G. Kist, Het geslacht Kist ('s Gravenh. 1930), 21, 88; E.A. van Beresteyn, Repertorium van gedrukte genealogieën (Haarl. 1933), 191.
Knipscheer