Oorlog geworden en kwam hij dus aan het departement. Toen List 25 Juni 1843 den rang van minister verkreeg, bleef Steuerwald zijn adjudant.
In Juni 1844 werd hij naar Weenen gezonden tot het bijwonen van oefeningen en proeven met het militaire bruggenmaterieel volgens het stelsel van den kolonel Birago. In Aug. 1845 ging hij naar Stockholm ter bijwoning van proeven met granaatkartetsen door den hannoverschen eersten luitenant Siemens. In Aug. 1846 werd hij lid eener commissie tot het beproeven van Siemensche buizen. In Sept. d.a.v. vergezelde hij den luitenant-generaal van Hooff naar Antwerpen ter regeling met een belgische commissie van de niet met de noodige duidelijkheid vastgestelde grens. Zijn rapporten bij deze commissiën en de voorstellen bij de laatstgenoemde droegen de goedkeuring zijner chefs weg.
Op 30 Oct. 1847 werd hij op zijn verzoek overgeplaatst bij het leger in Nederlandsch Oost-Indië en werd hij tegelijk tot majoor benoemd. Hij kwam 28 Juli 1848 te Batavia aan en werd 20 Oct. 1849 commandant der 3e, 4 Juli 1850 der 2e afdeeling. Tegelijk met laatstgenoemde plaatsing werd hij luitenant-kolonel. Op 22 Apr. 1851 werd hij sous-chef van het wapen der artillerie en 9 Aug. d.a.v. lid van den raad van verdediging van Nederlandsch Indië. Op 2 Sept. 1853 werd hem met het oog op zijn gezondheid toegestaan, naar het vaderland terug te keeren. Hij kwam 10 Mei 1854 te Brouwershaven aan en werd 7 Juni op non-activiteit gesteld.
Op 15 Juni d.a.v. kozen de leden van het Koninklijk instituut van ingenieurs hem tot lid van het bestuur. Hij bleef dit tot 9 Juni 1859. Op 18 Nov. 1854 werd hij in actieven dienst hersteld bij de vesting-artillerie te 's Gravenhage en op 21 Oct. 1856 werd hij kolonel van den staf der artillerie en directeur der stapel- en constructie-magazijnen te Delft.
Op 19 Jan. 1861 werd hij benoemd tot generaalmajoor en directeur der 2e artillerie-directie. Hij woonde sedert te 's Gravenhage en werd 22 Mrt. 1864 luitenant-generaal en inspecteur van het wapen der artillerie.
Op zijn verzoek werd hij 12 Juli 1867 gepensioneerd. Hij vestigde zich daarna te Bergen op Zoom.
Hij huwde 4 Juni 1834 Christina Geertrui Spakler, geb. 30 Dec. 1806, overl. 13 Oct. 1885, bij wie hij een zoon E. Steuerwald (dl. II, kol. 1368) en twee dochters had.
Ramaer