Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10

[Steyaert, Martinus]

STEYAERT (Martinus), geb. te Somerghem 14 April 1647, overl. te Leuven 17 April 1701. Deze merkwaardige man werd om zijn uitmuntende wetenschap door den bisschop van IJperen tot kanunnik-theologaal benoemd. Hij had in November 1675 den doctorsgraad in de godgeleerdheid behaald te Leuven. Na een reis naar Rome, waarheen hij gezonden was, om van paus Innocentius XI de veroordeeling te verkrijgen van eenige stellingen, vestigde hij zich weer te IJperen, waar hij vooral de dwalingen der Jansenisten bestreed. Het professoraat in de theologie te Douay, dat men hem aanbood, weigerde hij. In 1685 naar Leuven beroepen, nam hij aldaar een leerstoel aan, in 1687 tot deken der faculteit benoemd, werd hij een jaar later rector magnificus, in 1689 president van het groot collegie van den H. Geest. Men verbaasde zich dan ook, toen in 1691 zijn benoeming bekend werd tot apostolisch vicaris van den Bosch. Hij bleef te Leuven verblijf houden, maar trad ook afdoende op in het bossche vicariaat. Ofschoon de Staten zijn verblijf in de Meijerij niet toestonden, bezocht hij toch meermalen het diocees en zag tegen geen

[p. 977]

gevaren en moeilijkheden op, om zijn herderlijke plichten te vervullen. Hij wist door persoonlijke vermaningen en door heilzame voorschriften de misbruiken te bestrijden, die allerwege waren ingeslopen. In 1692 bezocht hij de parochiën aan den Maaskant, in 1696 weten wij, dat hij te Blaarthem was, want hij benoemde den pastoor dier plaats, Sichmans, tot deken van Eindhoven. De besluiten der synoden aan den Bosch van 1571 en 1612 waren erg in onbruik geraakt, Steyaert liet ze opnieuw drukken en verspreiden. Vooral drong hij aan op het verbod de predicatiën der Hervormden bij te wonen en verbood te nauwe vriendschap met hen. Beducht voor het insluipen van het Jansenisme dringt hij in zijn rondgaanden brief van Febr. 1694 vooral aan op gehoorzaamheid en onderwerping van den H. Stoel. Boeten en geldafpersingen ten spijt bleef de vicaris zijn geloovigen bijstaan. In 1699 zond Steyaert een uitvoerig verslag over den toestand van zijn vicariaat naar Rome. Om zijn groote verdiensten besloten èn het Hof van Spanje èn de H. Stoel hem op den bisschoppelijken zetel van Roermond te verheffen. Het was echter anders beschikt, 17 April 1701 overleed hij op 54-jarigen leeftijd. In de St. Pieterskerk te Leuven voor den ingang van het koor ligt hij begraven.

Zijn portret is gegraveerd door J.L. Krafft.

Kleijntjens