Voetius en Schoock. Verschillende omstandigheden waren oorzaak dat hij in 1666 in alle stilte het land verliet voor Frankfort a.d. Oder, waar hij overleed. Hij was daar nog hoogleeraar in de geschiedenis en historiograaf van den keurvorst van Brandenburg.
Zijn vrouw was Angelica van Merck, overl. 4 Maart 1664. Hij is met haar gehuwd op 16 April 1639. Hij had 11 zonen en 4 dochters, van welke bij den dood van zijn vrouw nog acht in leven waren, onder wie 5 zonen: Abraham, Albertus, Isaac, Carel en Jacob. Hij is hertrouwd.
Wij noemen nog van zijn bijna tallooze werken: Liber de bonis vulgo ecclesiasticis dictis.... (Gron. 1651); Dissertatio de bonis vulgo ecclesiasticis dictis, sive apologia pro persona Martini Schoockii ejusque libro (Gron. 1651); Epistola ad.... J. Hoornbeek.... (Gron. 1653).
Zijn handteekening vindt men in facsimile bij Jonckbloet. Zijn portret is gegraveerd door S.v. Lamsweerde.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland III ('s Grav. 1853), 296-300, 687; Archief v. Kerkgesch. II (1842), 14 v.; IX (1849) 99-101; IV (1893), 279 v., 298-301; XII (1916), 190 v., 198; J.W. des Tombe, Het geslacht Schoock en aanverwante families in Navorscher (1906), 649-661; J. Reitsma, Gesch. van de Hervorming en de Herv. Kerk, 4e druk (Utr. 1933), 353, 357 v.; J.C. van Slee, De illustre school te Deventer. 1630-1878 ('s Gravenh. 1916), 63, 120-122; W.P.C. Knuttel, Nederl. bibliographie v. Kerkgesch. (Amst. 1889), 293; C. Sepp, Bibliotheek v. Nederl. kerkgeschiedschrijvers (Leid. 1886), 138 v., 210 v., 230, 292; dez., Het godgel. onderwijs in Ned. I (Leid. 1873), 20, 214, 265; II (Leid. 1874), 61, 156, 163 v., 177, 428; dez., Geschiedkundige Nasporingen II (Leid. 1873), 34, 80, 124; III (Leid. 1875), 98, 150; dez., Kerkhistorische studiën (Leid. 1885); dez., Verboden lectuur (Leid. 1889), 203; dez., Het staatstoezicht op de godsd. letterkunde.... (Leid. 1891), 165; W.J.A. Jonckbloet. Gedenkboek der hoogeschool te Groningen (Gron. 1864), bijl. I (handteekeningen), 3, bijl., 25-27; A.C. Duker, Gisbertus Voetius I (Leid. 1897), 110, aant. 4, 379, aant. 3; II (Leid. 1910), 12, 52-63, 83, 85, 139, 175-184, 197, 230, 255, 293, 301, 307, 338, 344, bijlagen, blz. 14, 17, 27 v.; III (Leid. 1914), 1, 6, 10 v., 15, 38, 180-182, 188, 229-245, bijlagen, blz. 15, 46, 58-68; registers (Leid. 1915), 95, 162; J.G.R.
Acquoy, Jan van Venray ('s Hert. 1873), 9; Effigies et vitae professorum acad. Gron. et Oml. (Gron. 1654), 131-133; J. Revius, Daventria illustrata, sive historia urbis Daventriensis (Lugd. Bat. 1651), 710; M.J.A. de Vrijer, Henricus Regius ('s Gravenh. 1917), 21 v., 40-43, 111, 120, 129-136, 164 v.; Index librorum prohibitorum (Mechl. 1813), 352.
Knipscheer