Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 884]
| |
1611 liet hij zich inschrijven als jur. student aan de hoogeschool te Heidelberg. Op 20 Mei 1615 werd hij als advocaat te Leeuwarden beëedigd en op 15 Maart 1628 benoemd tot Procureur-generaal bij den Hove van Friesland. Toen hij 11 Maart 1637 als Raad van dat Hof optrad in plaats van den overleden Joh. Saeckma, werd hem dit ambt betwist door Ritschke van Eysinga, die beweerde, bij meerderheid van stemmen door het quartier Oostergoo gekozen te zijn. Hij bleef die betrekking bekleeden tot 1653, toen hij haar overdroeg op zijn zoon Dirck, die voorgaat. Hij was gehuwd met Foockeltje Faatsma, die hem drie zonen schonk. Zie: Stamboek van den Frieschen Adel, I, 320; II, 215; J. de Wal, Nederlanders, studenten te Heidelberg en te Genève, H. 431; Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 37, 41; Winsemius, Chronijcke van Vrieslandt, 908; J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leid. 1869), 194, 195. Wumkes |
|