[Scheltinga, Dirck of Theodorus van]
SCHELTINGA (Dirck of Theodorus van), geb. in 1620, overl. 22 Dec. 1671, zoon van Johannes v.S., die volgt, en Foockeltje Faatsma, liet zich 31 Mei 1641 als student inschrijven aan de leidsche hoogeschool en 25 Febr. 1645 als advocaat ten Hove van Friesland. Op 5 Aug. 1653 werd hij aangesteld als raadsheer van het Hof. Hij was eerst gehuwd met Idtske IJpckema, wed. Mellema, die hem drie kinderen schonk, en daarna met Truicke van Wigara, bij wie hij vier kinderen heeft gehad.
Zie: Stamboek van den Frieschen Adel, I, 320; II, 215; Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 41, 45; Ern. Baders Poëmata, 94; Henr. Neuhusius, Poëmata Extemporanea, 39; Werneri Gutberlethi In Excessum Dignitate et Juris Prudentia vere Nobilis Viri Theodori Scheltinga etc. Oratio (Leov. 1672); J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leid. 1869), 211, 212.
Wumkes