[Runia, Petrus]
RUNIA (Petrus), zoon van Jan Simons, van moederszijde uit het geslacht der Auckama's gesproten, die in 1566 in ballingschap gegaan, 7 Mei 1569 te Keulen was overleden. Waarschijnlijk was hij de eerste van zijn stam, die den bijnaam Runia aannam. Sedert 3 Juli 1593 practiseerde hij als advocaat voor het Hof, daarna werd hij schepen, vervolgens secretaris van Leeuwarden. Toen in 1602 de Landsordonnantie werd afgekondigd, was hij jongste raadsheer. In het proces-verbaal der zitting, waarin die afkondiging plaats had, wordt hij doctor genoemd. Op 12 Juni 1602 werd hij benoemd tot Raadsheer van het Hof van Friesland en in 1601 tot buitengewoon afgevaardigde ter Staten-Generaal om deel te nemen aan de onderhandelingen, die door den koning van Spanje werden voorgeslagen. Hij overleed 24 Aug. 1615 en werd evenals zijn echtgenoote Doedt van Wijckel te Leeuwarden in Oldenhove begraven.
Zie: Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland II, 26; Landordonnantie (uitgave van 1664), 318; Winsemius, Chronycke van Vrieslandt, 889: J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leid. 1869), 167.
Wumkes