Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 802]
| |
hij burgemeester van Franeker en door den invloed van den stadhouder Willem V kort daarna premier, d.i. de burgemeester, die alles te zeggen had. Bovendien werd hij commies-generaal van de convooien en licenten in dienst der Staten- Generaal bij de admiraliteit van Friesland. Daar de in laatstgenoemd ambt door hem bezworen instructie inhield, dat hij zich aan geen provincie, land of stad particulier zou verbinden, werd hij op voorstel van C.L. van Beyma (dl. VIII, kol. 94) aangeklaagd wegens meineed. Daar men deze combinatie reeds vroeger, zelfs in 1641, had toegelaten, sprak het hof van Friesland hem vrij, waarin 27 Mei 1783 door de Staten-Generaal berust werd. Rengers bleef tot 1795 in de regeering en werd toen afgezet. Tot aan de regeering van koning Lodewijk bleef hij ambteloos; hij ging te Heerenveen wonen. Bij Koninklijk besluit van 25 Sept. 1806 werd hij benoemd tot lid van het Wetgevend Lichaam. Als zoodanig was hij een der 11 leden van de geheime commissie, door den Koning 14 Apr. 1810 ingesteld om hem raad te geven omtrent den toestand, waarin hij zich bevond door het verdrag, 16/19 Mrt. te voren met zijn broeder gesloten. Bij Keizerlijk decreet van 26 Dec. 1810 werd hij tot lid van het fransche Wetgevend lichaam benoemd. Hij werd dit tegelijk met zijn neef J.S.G. Rengers (dl. III, kol. 1066) en de keuze was in den geest van Napoleon, want beiden waren de reactionnairsten onder de Friezen. Bovendien werd hij 18 Dec. 1811 tot maire van de Lemmer benoemd. Na onze vrijwording werd hij op 29 Aug. 1814 door den Souvereinen Vorst benoemd tot lid der Provinciale staten van Friesland voor Engwirden. Bij zijn periodieke aftreding verzocht hij niet meer in aanmerking te komen en 1 Juni 1818 werd hij vervangen. Hij was ongehuwd. Napoleon had hem in 1811 tot baron verheven, in 1814 werd hij in de ridderschap van Friesland opgenomen en in 1822 werd hem door den Koning weder de titel baron toegekend. Ramaer |
|