in September van datzelfde jaar tot lid van de Tweede Kamer gekozen, maar bleef dit nog geen vol jaar, daar op Aug. 1873 benoeming volgde tot vice-president van den Raad van Nederl. Indië, welk hoog ambt hij vervulde tot April 1878. Ook nu werd hij na repatrieering onmiddellijk door de liberalen tot lid van de Tweede Kamer gekozen - 17 Juni 1878 - en nam den 10den Maart 1879 als minister van Koloniën zitting in het Kabinet- Kappeyne van de Coppello. Wegens oneenigheden in de liberale partij ten aanzien van de in voorbereiding zijnde grondwetsherziening trad het geheele Ministerie reeds 20 Augustus van datzelfde jaar af.
Bij de verkiezingen van September 1880 zonden de liberalen van Rees weer naar de Tweede Kamer, van welk college hij een jaar later voorzitter werd. Den 20sten Januari 1884 vroeg hij als zoodanig ontslag wegens zijn benoeming tot Gouverneur- Generaal. Hij aanvaardde deze waardigheid op 11 April 1884 en legde haar 29 September 1888 neder. Andermaal keerde hij naar Nederland terug en genoot daar nog slechts een goede drie jaar van zijn otium.
Van Rees heeft in zijn indischen diensttijd naam gemaakt door eenige belangrijke rapporten. Als resident van Soerabaja werd hem in 1862 een onderzoek opgedragen naar de toestanden bij de vrije tabakscultuur in Rembang, waarover hij een belangrijk en uitgebreid verslag indiende. En in 1863 bood hij de regeering een hervormingsplan aan, als antwoord op een aan de gewestelijke bestuurshoofden gestelde vraag, welke middelen konden worden aangewend om 's lands inkomsten te verhoogen zonder de welvaart der bevolking te schaden (zie hieromtrent Indische Gids (1885) I, 720 e.v.).
Uiterst belangrijk is het z.g. Preanger-rapport, door hem 30 October 1867 bij de regeering ingediend onder den titel: Overzigt van de Geschiedenis der Preanger-Regentschappen. Hij kwam hierin tot de conclusie, dat een reorganisatie van het bestuur in dit gewest wenschelijk was, die een einde zou maken aan de daar nog bestaande beperkte zelfregeering der regenten. Slechts op enkele punten week de regeering ten slotte van van Rees' voorstellen af en met ingang van 1 Juni 1871 werd het oude Preangerstelsel afgeschaft en vervangen door een bestuursmethode, overeenkomende met die in de andere gewesten op Java. (Zie hierover Verhandelingen v.h. Bataviaasch Genootschap XXIX, en de Klein, Het Preangerstelsel en zijn nawerking.)
Als minister deed van Rees een poging om scheiding te brengen tusschen de nederlandsche en de indische financiën, waarvoor evenwel nog geen meerderheid kon worden verkregen.
Voor zijn optreden als G.G. zie men ook het scherp critische artikel: De heer Otto van Rees, Gouverneur-Generaal, anoniem verschenen in de Indische Gids (1885) II, 803 e.v.
Zijn portret bestaat als prent van E. Ost.
Stapel