[Rappard, Mr. Hendrik Anthon ridder van]
RAPPARD (Mr. Hendrik Anthon ridder van), geb. te Zutfen 7 Mrt. 1824, overl. te Arnhem 4 Oct. 1877, was de zoon van jhr. Mr. W.L.F.C. van Rappard (dl. IV, kol. 1115) en Elisabeth Theodora Sibilla Louise Op ten Noort.
Hij studeerde te Utrecht, waar hij 14 Sept. 1842 werd ingeschreven en waar hij 1 Juli 1847 in de rechten promoveerde op een dissertatie: De excusatione testimonium dicandi in judiciis eorum, qui propter munus, professionem vel legitimam necessitudinem arcanorum sunt depositarii.
Hij zette zich als advocaat te Arnhem neder en werd 15 Febr. 1852 tot substituut-officier van justitie te Tiel benoemd. Op 9 Dec. 1853 werd hij in dezelfde betrekking te Zutfen en op 21 Dec. 1855 tot officier van justitie aldaar benoemd.
Hij werd, na de ontbinding der Tweede Kamer in 1866 als gevolg van de motie Keuchenius, op 30 Oct. 1866 tot lid dier Kamer gekozen als conservatief candidaat, maar reeds 22 Jan. 1868 na de tweede ontbinding werd hij niet herkozen.
Bij Kon. besluit van 4 Febr. 1868 werd hij bij het provinciaal gerechtshof te Arnhem benoemd tot procureur-generaal. Hij bleef dit tot zijn overlijden.
In het kiesdistrict Tiel werd hij 29 Sept. 1874 weder tot lid der Tweede Kamer gekozen. Hij werd op 12 Juni 1877 niet herkozen.
Hij huwde 12 April 1854 Jacqueline baronesse van Brakell (geb. 27 Jan. 1829, overl. 18 Dec. 1857) en 21 Nov, 1861 jkvr. Isabella Judith Jeanne Hovy (geb. 16 Febr. 1831, overl, 17 Jan. 1874). Bij de eerste had hij 2 zonen, van welke 1 jong stierf, bij de tweede 3 zonen, van welke 1 jong stierf, en 2 dochters.
Ramaer