[Ploem, Dr. Joannes Carolus]
PLOEM (Dr. Joannes Carolus), geb. te Gulpen (Limb.) 28 Febr. 1819, gest. te Sindanglaia 24 Nov. 1881, zoon van Joannes Abraham Ploem en Maria Sibilla Schumacher. Hij bezocht het gymnasium te Maastricht op zijn dertiende jaar, en ging vier jaar later naar de Klinische school te Haarlem. Na aflegging van een examen in de pharmacie, liet hij zich als student in de geneeskunde inschrijven aan de hoogeschool te Luik. Na beëindiging van zijn studiën, werd hij na een vergelijkend examen benoemd tot eersten chirurgijn aan het luiksche hospitaal. Na 5 jaren van zeer uitgebreide, chirurgische ervaring legde hij zijn doctoraal examen af, en ging toen verder studeeren aan de universiteit te Utrecht, waar hij na 2 jaar promoveerde op een proefschrift over de longkoortsen. Na zijn promotie ging hij eenige maanden in Parijs klinische lessen volgen en vestigde zich daarna te Vaals in Limburg, waar hij tot stadsgeneesheer werd benoemd en verbonden werd aan de mijnen van Vieille Montagne en Bleyberg. Daar bleef hij werkzaam, tot hij 5 Nov. 1851 benoemd werd tot officier van gezondheid 3e kl. bij het nederl.-indische leger. Hij bleef slechts zeer kort in dienst, want 17 Mei 1852 te Batavia aangekomen en successievelijk aan het Groot hospitaal te Willem I, en aan het Garnizoens hospitaal te Salatiga geplaatst, werd hij 23 Oct. 1853 op verzoek eervol ontslagen. Verlokt door schitterende beloften en voorspiegelingen, vestigde hij zich te Solo, waar hij door den Soesoehoenan met den geneeskundigen dienst eener afdeeling belast werd. Oneenigheid over betaling van verrichte diensten tijdens een cholera-epidemie, deed hem zijn ontslag vragen, en naar Europa terugkeeren. Op de thuisreis bestudeerde hij op Ceylon de paarlbanken, en ook later in Engeland; hij trachtte de nederl. regeering
voor een Gouvern. paarlkultuur te interesseeren, hetgeen echter mislukte, omdat men zooiets aan het particulier initiatief over wilde laten.
Toen bij de eerste krijgskundige expeditiën op Borneo, waarbij het leger bovenmatig door malaria werd geteisterd, de hospitalen te Batavia