Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 10
(1937)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 711]
| |
rijk adres in bij de Staten van Friesland met het oog op de besmettelijke longziekte, die den frieschen veestapel teisterde. In 1868 schreef hij een brochure over Friesland's boezemwater. In 1870 gaf hij een lezing uit, die hij te Heerenveen had gehouden Wat wij uit roommeters kunnen leeren, opgedragen aan zijn landheer jhr. Mr. P.B.J. Vegelin van Claerbergen. Zijn prijsantwoord over de onreinheid van de boter in 1873 werd met goud bekroond. In datzelfde jaar deed hij nieuwe waarnemingen te Londen en werkte zijn verhandeling nog eens om. Op 22 Febr. 1878 werd hij met jhr. van Beyma thoe Kingma en P. Walma benoemd om voor de friesche landbouwmaatschappij een reis te doen naar Denemarken en Zweden om het zuivelbedrijf te bestudeeren. Het rapport van die reis is van groote beteekenis geworden in de geschiedenis der friesche zuivelindustrie, en het gemeentebestuur van Kampen noodigde hem in 1879 uit een modelboerderij op het Kampereiland te installeeren op deenschen voet. Hij stond ook bekend als volksspreker, Nutsvoordrager, en uit zijn pen kwam menig friesch vers. In het Frysk Lieteboek van J. van Loon en M. de Boer (1899) is een zijner liederen op muziek gezet. Een paar van zijn reisverhalen vindt men in Forjit my net 1874 en 1876. Hij was wethouder van Haskerland en lid der Staten van Friesland. Zie: mijn biografie met portret in It Heitelân, (1928), 51; mijn Stads- en Dorpskroniek van Friesland (Leeuwarden 1934) II, 347, 363, 367, 432, 434, 441; mijn Paden fen Fryslân (Boalsert 1934) II, 398-408. Wumkes |
|